DE GEMEENTERAAD
Na vastgesteld te hebben dat in toepassing van artikel 20 van het decreet over het lokaal bestuur elk raadslid minstens acht dagen op voorhand, de notulen samen met de uitnodiging tot de vergadering, de dagorde van deze zitting heeft ontvangen, en dat in toepassing van artikel 249 elk raadslid minstens veertien dagen voor de vergadering een ontwerp van de beleidsrapporten (indien geagendeerd) met alle bijlagen heeft ontvangen.
GAAT OVER TOT DE DAGORDE
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 22 september 2021;
BESLIST
Enig artikel: het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 22 september 2021 wordt goedgekeurd.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40 en 177;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het financieel rapport van het eerste, tweede en derde kwartaal 2021 zoals opgemaakt door de financieel directeur op 8 oktober 2021 en toegevoegd als bijlage bij deze beslissing;
Overwegende dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid minstens eenmaal per jaar rapporteert aan de gemeenteraad over de aangelegenheden vermeld in artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur;
Overwegende dat het voorliggend rapport minstens een overzicht omvat van de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole alsook de evolutie van de budgetten;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van het financieel rapport van het eerste, tweede en derde kwartaal 2021 bevattende een financiële rapportering met betrekking tot de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van de budgetten, de visumverplichting, het debiteurenbeheer en de financiële risico's van de gemeente, zoals opgemaakt door de financieel directeur op 8 oktober 2021.
Artikel 2: deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en alle latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en alle latere wijzigingen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en alle latere wijzigingen;
Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 24 september 2021;
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing (2021) van de beleidsperiode 2020-2025 ter vaststelling worden voorgelegd;
Overwegende dat deze voornamelijk betrekking heeft op de aanpassing van de kredieten van 2021 zowel in exploitatie als in investeringen; dat, waar nu al geweten is dat er in 2022 aanpassingen in het exploitatiebudget nodig zijn, deze nu reeds werden ingevoerd maar deze echter minimaal zijn;
Overwegende dat de investeringskredieten voor alle komende jaren van de beleidsperiode werden bekeken en de noodzakelijke wijzigingen in ramingen en planningen werden doorgevoerd; dat dit betekent dat er veel doorschuivingen van investeringskredieten van 2021 naar 2022 zijn;
Overwegende dat er naar het einde van het jaar een derde meerjarenplanaanpassing komt waarin de exploitatiekredieten voor het volgend jaar (2022) definitief zullen worden vastgesteld;
Overwegende dat, als blijkt dat er ook nog aanpassingen in de investeringskredieten nodig zouden zijn, deze ook dan nog doorgevoerd zullen worden;
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing van de gemeente en het OCMW samen t.e.m. het laatste jaar van de beleidsperiode (2025) financieel in evenwicht is:
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing voor de gemeente alleen t.e.m. het laatste jaar van de beleidsperiode (2025) financieel in evenwicht is:
Overwegende dat in het aangepast meerjarenplan een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW, omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan; dat dit tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen;
Overwegende dat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben maar wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan hebben;
Overwegende dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst het eigen deel van het aangepast meerjarenplan moet vaststellen en dat de gemeenteraad daarna het deel van het aangepast meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, kan goedkeuren, waardoor het aangepast meerjarenplan definitief is vastgesteld;
Overwegende dat de goedkeuring van de gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;
Overwegende dat die besluitvorming het best als volgt kan verlopen:
Overwegende dat het ontwerp van aangepast meerjarenplan volgende documenten bevat:
- Wijzigingen van de strategische nota
- Aangepaste financiële nota
- Motivering van de wijzigingen
- Aanvullende documentatie
Gelet op de toelichting ter zitting van de burgemeester;
Gelet dat ook hier een gedetailleerd overzicht van de wijzigingen zal bezorgd worden;
Gelet op het voorstel om in de toekomst een voorafgaande toelichting door de financieel directeur te laten doorgaan;
BESLIST
Artikel 1: het aangepast meerjarenplan 2 2020-2025 (deel gemeente), boekjaar 2021 en 2022, telkens bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2), wordt vastgesteld.
Artikel 2: het budgettair resultaat van het boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 1.454.421 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 2.215.645 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 3.670.066 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van de gemeente in 2025 bedraagt 3.670.066 euro.
Er zijn onbeschikbare gelden in het budgetjaar 2020 en 2021, nl. 1.372.002 euro.
De autofinancieringsmarge boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 1.631.497 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: 1.751.689 euro.
Artikel 3: de kredieten van de gemeente voor de boekjaren 2021 en 2022 (M3) worden vastgesteld.
| Soort krediet |
Totaal bedrag voor 2021 |
Totaal bedrag voor 2022 |
| Totaal exploitatie-uitgaven |
9.277.954 euro | 10.732.608 euro |
| Totaal exploitatie-ontvangsten |
10.946.427 euro |
10.890.102 euro |
| Totaal investeringsuitgaven |
3.438.630 euro |
9.903.963 euro |
| Totaal investeringsontvangsten |
263.627 euro |
719.377 euro |
| Totaal financieringsuitgaven |
285.321 euro |
47.051 euro |
| Totaal financieringsontvangsten |
429.982 euro |
129.982 euro |
Artikel 4: het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: 697.892 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 498.133 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 1.196.025 euro.
Er zijn geconsolideerd onbeschikbare gelden in 2020 en 2021, nl. 1.372.002 euro.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 1.196.025 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 874.968 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 920.739 euro.
Artikel 5: deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur en zal aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en alle latere wijzigingen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en alle latere wijzigingen;
Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 24 september 2021;
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing (2021) van de beleidsperiode 2020-2025 voor gemeente en OCMW samen ter vaststelling worden voorgelegd;
Overwegende dat deze voornamelijk betrekking heeft op de aanpassing van de kredieten van 2021 zowel in exploitatie als in investeringen; dat, waar nu al geweten is dat er in 2022 aanpassingen in het exploitatiebudget nodig zijn, deze nu reeds werden ingevoerd; dat deze echter minimaal zijn;
Overwegende dat de investeringskredieten voor alle komende jaren van de beleidsperiode werden bekeken en de noodzakelijke wijzigingen in ramingen en planningen werden doorgevoerd; dat dit betekent dat er veel doorschuivingen van investeringskredieten van 2021 naar 2022 zijn;
Overwegende dat er in het OCMW echter geen wijzigingen in de investeringsuitgaven zijn; dat er in de investeringsontvangsten een negatieve ontvangst (-8.950 euro) wordt ingeschreven voor de aanwending van de LOI-reserve voor het verwachte verlies in 2021 in het LOI;
Overwegende dat er naar het einde van het jaar een derde meerjarenplanaanpassing komt waarin de exploitatiekredieten voor het volgend jaar (2022) definitief zullen worden vastgesteld;
Overwegende dat, als blijkt dat er ook nog aanpassingen in de investeringskredieten nodig zouden zijn, deze ook dan nog doorgevoerd zullen worden;
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing voor gemeente en OCMW samen t.e.m. het laatste jaar van de beleidsperiode (2025) financieel in evenwicht is:
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing voor het OCMW alleen t.e.m. het laatste jaar van de beleidsperiode (2025) financieel niet in evenwicht is:
Overwegende dat dit geen beletsel vormt voor de vaststelling ervan omdat de gemeente het verlies van het OCMW dient te dekken;
Overwegende dat in het aangepast meerjarenplan een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW, omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan; dat dit tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen;
Overwegende dat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben maar wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan hebben;
Overwegende dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst het eigen deel van het aangepast meerjarenplan moet vaststellen en dat de gemeenteraad daarna het deel van het aangepast meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, kan goedkeuren, waardoor het aangepast meerjarenplan definitief is vastgesteld;
Overwegende dat de goedkeuring van de gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;
Overwegende dat die besluitvorming het best als volgt kan verlopen:
Overwegende dat het ontwerp van aangepast meerjarenplan volgende documenten bevat:
- Wijzigingen van de strategische nota
- Aangepaste financiële nota
- Aangepaste toelichting
- Motivering van de wijzigingen
- Aanvullende documentatie
BESLIST
Artikel 1: de tweede meerjarenplanaanpassing (2021), beleidsperiode 2020-2025 (deel OCMW),boekjaar 2021 en 2022, telkens bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) wordt goedgekeurd.
Artikel 2: het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -756.529 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.717.512 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: -2.474.041 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het OCMW in 2025 bedraagt: -2.474.041 euro
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -756.529 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: -740.212 euro
Artikel 3: de kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2021 en 2022 (M3) worden goedgekeurd.
| Soort krediet |
Totaal bedrag voor 2021 |
Totaal bedrag voor 2022 |
| Totaal exploitatie-uitgaven |
2.063.567 euro |
2.089.620 euro |
| Totaal exploitatie-ontvangsten |
1.474.240 euro |
1.438.701 euro |
| Totaal investeringsuitgaven |
0 euro |
0 euro |
| Totaal investeringsontvangsten |
-8.950 euro |
0 euro |
| Totaal financieringsuitgaven |
16.317 euro |
16.317 euro |
| Totaal financieringsontvangsten |
0 euro |
0 euro |
Artikel 4: het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: 697.892 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 498.133 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 1.196.025 euro.
Er zijn geconsolideerd onbeschikbare gelden in 2020 en 2021, nl. 1.372.002 euro.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 1.196.025 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 874.968 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 920.739 euro.
Artikel 5: deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur en zal aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder de artikelen 45 t.e.m. 50;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 20 november 2019;
Gelet dat de Kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken op 27 juli 2020 in haar kerkraad het door haar opgemaakte budget 2021 goedkeurde;
Gelet op beslissing van de gemeenteraad van 4 november 2020 waarbij werd kennis genomen van het budget 2021;
Gelet op de budgetwijziging 2021 goedgekeurd door de kerkraad op 27 mei 2021 en ingediend door het centraal kerkbestuur via de online-applicatie Religiopoint@ op 15 oktober 2021;
Gelet op het advies dd. 22 juni 2021 van het bisdom, waarbij zij haar gunstig advies aan de wijziging van het budget 2021 van de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken met een K-waarde van 15.893,46 en een exploitatietoelage van 26.297,54 euro verleent, met volgende aanpassingen om technische redenen: MAR 89911 4.660,93 euro i.p.v. 9.321,86 euro; MAR 2103 5.000 euro i.p.v. 22.545 euro (17.545 euro nu voorzien in investeringen); MAR 900 hierdoor 26.297,54 euro i.p.v. 43.842,54 euro;
Overwegende dat de gemeentelijke exploitatiebijdrage in de budgetwijziging 2021 van de Kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken gelijk blijft t.o.v. het oorspronkelijk budget, nl. 26.297,54 euro;
Overwegende dat er een gemeentelijke investeringstoelage wordt aangevraagd voor de meest dringende herstellingswerken aan het orgel nl. egalisatie, herintonatie en diepgaande reiniging; dat deze werken 14.500 euro exclusief of 17.545 euro inclusief BTW bedragen;
Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur Dentergem en de gemeente Dentergem op 6 september 2021;
Overwegende dat deze budgetwijziging 2021, wat de exploitatie betreft, past in het meerjarenplan 2020-2025;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad keurt de budgetwijziging 2021 van de Kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken goed, mits aanpassing ervan aan de door het bisdom en de gemeente geformuleerde technische opmerkingen.
Artikel 2: de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken ontvangen een kopie van deze beslissing.
Artikel 3: deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder de artikelen 45 t.e.m. 50;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.L. Vrouw en St.-Stefanus te Dentergem, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 20 november 2019;
Gelet dat de Kerkfabriek O.L. Vrouw en St.-Stefanus te Dentergem op 26 april 2021 in haar kerkraad de door haar opgemaakte budgetwijziging 2021 goedkeurde;
Gelet op de indiening van de budgetwijziging door het centraal kerkbestuur via de online-applicatie Religiopoint@ op 15 oktober 2021;
Gelet op het gunstig advies van het bisdom op 30 september 2021;
Overwegende dat de gemeentelijke exploitatiebijdrage in de budgetwijziging 2021 van de Kerkfabriek O.L. Vrouw en St.-Stefanus te Dentergem gelijk blijft t.o.v. het oorspronkelijk budget, nl. 40.324,55 euro;
Overwegende dat er in het budget van 2021 geen bedragen inzake de restauratiewerken opgenomen werden; dat met de budgetwijziging de bedragen die nog moeten betaald worden en de toelagen die nog moeten ontvangen worden, opgenomen worden;
Gelet op de berekening hiervan in een afzonderlijk document (bijgevoegd);
Overwegende dat het verbruik van nutsvoorzieningen nog terug te betalen is door de aannemer; dat hiervoor een bedrag ingeschreven is in ontvangsten (mar 119) en in uitgaven (mar 2101);
Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur Dentergem en de gemeente Dentergem op 6 september 2021;
Overwegende dat deze budgetwijziging 2021 past in het meerjarenplan 2020-2025;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging 2021 van de Kerkfabriek O.L. Vrouw en St.-Stefanus te Dentergem.
Artikel 2: de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek O.L. Vrouw en St.-Stefanus te Dentergem ontvangen een kopie van deze beslissing.
Artikel 3: deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder de artikelen 45 t.e.m. 50;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, en in het bijzonder artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 20 november 2019;
Gelet dat de Kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina op 21 juli 2021 in haar kerkraad het door haar opgemaakte budget 2022 vastlegde;
Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur Dentergem en de gemeente Dentergem op 6 september 2021;
Overwegende dat de bisschop van Brugge in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan op 23 september 2021 een gunstig advies verleende aan het budget 2022 van de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken;
Overwegende dat het centraal kerkbestuur het budget 2022 van de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken, gecoördineerd met de budgetten van de kerkfabrieken, op 15 oktober 2021 via de applicatie ReligioPoint@ indiende bij het gemeentebestuur;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie in het budget 2022 van de Kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken 32.051,72 euro bedraagt; dat deze bijdrage in de exploitatie past in het meerjarenplan van de kerkfabriek;
Overwegende dat er geen investeringen zijn ingeschreven;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken.
Artikel 2: de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek SS.-Petrus en Catharina te Wakken en het bisdom Brugge ontvangen een kopie van deze beslissing via de applicatie Religiopoint@.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder de artikelen 45 t.e.m. 50;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, en in het bijzonder artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 20 november 2019;
Overwegende dat de Kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem op 11 juni 2021 in haar kerkraad het door haar opgemaakte budget 2022 goedkeurde;
Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur Dentergem en de gemeente Dentergem op 6 september 2021;
Overwegende dat de bisschop van Brugge in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan op 23 september 2021 een gunstig advies verleende aan het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem;
Overwegende dat het centraal kerkbestuur het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem, gecoördineerd met de budgetten van de kerkfabrieken, op 15 oktober 2021 via de applicatie ReligioPoint@ indiende bij het gemeentebestuur;
Overwegende dat het budget voor 2022 voornamelijk werd aangepast, en afwijkend is van het meerjarenplan, door het inschrijven van budget voor de voorziene kosten voor het behandelen van de roestvorming op het ophangingssysteem van de klokken (offerte Clock-o-matic van € 6 383,96) en het terug op punt zetten van de installatie voor het bedienen van de verlichting van de kerk en wijziging naar een overzichtelijker systeem (synoptisch bord) waarbij het gemakkelijker te bedienen is door iedereen, ook diegenen die niet vertrouwd zijn met de kerk;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie in het budget 2022 van de Kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem 15.495,87 euro bedraagt; dat deze bijdrage in de exploitatie past in het meerjarenplan van de kerkfabriek;
Overwegende dat er geen investeringen zijn ingeschreven;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem.
Artikel 2: de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek Sint-Martinus te Oeselgem en het bisdom Brugge ontvangen via de applicatie ReligioPoint® een kopie van deze beslissing.
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder de artikelen 45 t.e.m. 50;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia te Markegem, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 20 november 2019;
Gelet dat de Kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia op 13 juli 2021 in haar kerkraad het door haar opgemaakte budget 2022 goedkeurde;
Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur Dentergem en de gemeente Dentergem op 6 september 2021;
Overwegende dat de bisschop van Brugge in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan op 23 september 2021 een gunstig advies verleende aan het budget 2022 van de kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia te Markegem;
Overwegende dat het centraal kerkbestuur het budget 2022 van de kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia te Markegem, gecoördineerd met de budgetten van de kerkfabrieken, op 15 oktober 2021 via de applicatie ReligioPoint@ indiende bij het gemeentebestuur;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie in het budget 2022 van de Kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia te Markegem 24.875,46 euro bedraagt; dat deze bijdrage in de exploitatie past in het meerjarenplan van de kerkfabriek;
Overwegende dat er geen investeringen zijn ingeschreven;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia te Markegem.
Artikel 2: de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek SS.-Amandus en Lucia te Markegem en het bisdom Brugge ontvangen een kopie van deze beslissing via de applicatie ReligioPoint®
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in het bijzonder de artikelen 45 t.e.m. 50;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek O.L.Vrouw en Sint-Stefanus te Dentergem, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 20 november 2019;
Gelet dat de Kerkfabriek O.L. Vrouw en Sint-Stefanus op 26 april 2021 in haar kerkraad het door haar opgemaakte budget 2022 vaststelde;
Gelet op het overleg tussen het centraal kerkbestuur Dentergem en de gemeente Dentergem op 6 september 2021;
Overwegende dat de bisschop van Brugge in zijn hoedanigheid van erkend representatief orgaan op 23 september 2021 een gunstig advies verleende aan het budget 2022 van de kerkfabriek O.L. Vrouw en Sint-Stefanus te Dentergem;
Overwegende dat het centraal kerkbestuur het budget 2022 van de kerkfabriek O.L. Vrouw en Sint-Stefanus te Dentergem, gecoördineerd met de budgetten van de kerkfabrieken, op 15 oktober 2021 via de applicatie ReligioPoint@ indiende bij het gemeentebestuur;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie in het budget 2022 van de Kerkfabriek O.L. Vrouw en Sint-Stefanus te Dentergem 48.693,35 euro bedraagt;
Overwegende dat deze bijdrage in de exploitatie past in het meerjarenplan van de kerkfabriek;
Overwegende dat er geen investeringen zijn ingeschreven;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van het budget 2022 van de kerkfabriek O.L. Vrouw en Sint-Stefanus te Dentergem.
Artikel 2: de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek O.L. Vrouw en Sint-Stefanus te Dentergem en het bisdom Brugge ontvangen een kopie van deze beslissing via de applicatie Religiopoint@.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het feit dat het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) in zijn vijfde beoordelingsverslag opnieuw heeft bevestigd dat klimaatverandering een realiteit is en dat menselijke activiteiten het klimaat blijven beïnvloeden;
Gelet op het feit dat volgens de bevindingen van het IPCC mitigatie (voorkomen van klimaatverandering) en adaptatie (aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering) elkaar aanvullende benaderingen zijn ter vermindering van de risico’s van de gevolgen van klimaatverandering in verschillende tijdsschalen;
Gelet op de beslissing van de Europese Unie op de Europese raad van oktober 2009, waarmee zij zich eenzijdig ertoe heeft verbonden de uitstoot van broeikasgassen tussen nu en 2050 met 80 tot 95% te reduceren ten opzichte van 1990;
Gelet op het feit dat de EU in oktober 2014 het klimaat- en energiebeleidskader 2030 aangenomen heeft waarin nieuwe klimaat- en energiedoelstellingen zijn vastgesteld: interne vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 40%, ten minste 27% van de verbruikte energie in de EU uit hernieuwbare energiebronnen en een energiebesparing van ten minste 27%; in juni 2018 kwamen de lidstaten en het EP overeen dat in 2030 32% van de in de EU opgewekte energie duurzaam moet zijn;
Gelet op het feit dat in het Akkoord van Parijs op 12 december 2015 (COP 21) werd afgesproken om de temperatuurstijging ruim onder 2°C (t.o.v. de pre-industriële periode) te houden en een beperking tot 1,5°C na te streven;
Gelet op het feit dat in het kader van de Rio+20-Conferentie van de Verenigde Naties een reeks duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) zijn overeengekomen die onder meer vereisen dat de internationale gemeenschap de toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen verzekert (SDG7), dat steden en woonplaatsen inclusiever, veiliger, veerkrachtiger en duurzamer worden gemaakt (SDG11) en dat dringend actie wordt ondernomen om klimaatverandering en de gevolgen daarvan te bestrijden (SDG13);
Gelet op de lancering door de Europese Commissie van het ‘Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie’ (Burgemeestersconvenant 2030) met volgende doelstellingen tot 2030:
Gelet op het verbintenissendocument (zie bijlage 1) betreffende het Europees initiatief inzake het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie;
Gelet op de principiële beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 september 2021 inzake toetreding tot het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie;
Overwegende de vaststelling dat ambitieuze doelstellingen op lange termijn de politieke mandaten overstijgen;
Overwegende dat de Europese Unie de in het vooruitzicht gestelde emissiereductie alleen kan realiseren als ook de lokale stakeholders en de burgers en hun organisaties daartoe een bijdrage leveren;
Overwegende dat klimaatverandering reeds een feit is en één van de grootste uitdagingen van onze tijd vormt die onmiddellijke actie en samenwerking vereist tussen lokale, regionale en nationale overheden over de hele wereld;
Overwegende dat lokale en regionale overheden, als bestuurslagen die het dichtst bij de burgers staan, het voortouw wensen te nemen en het voorbeeld kunnen geven;
Overwegende dat de beperking van en aanpassing aan klimaatverandering meerdere voordelen kan opleveren voor het milieu, de samenleving en de economie en nieuwe kansen biedt om duurzame lokale ontwikkeling te bevorderen: dit omvat de opbouw van inclusieve, klimaatbestendige, energie-efficiënte gemeenschappen, de verbetering van de levenskwaliteit, de stimulering van investeringen en innovatie, de bevordering van de lokale economie en het scheppen van banen, de versterking van de betrokkenheid van en samenwerking tussen belanghebbenden;
Overwegende dat lokale oplossingen voor energie- en klimaatuitdagingen helpen om veilige, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden aan burgers en zo bij te dragen aan een hogere energieonafhankelijkheid en de bescherming van kwetsbare consumenten;
Overwegende dat tal van Europese en Vlaamse fondsen zich richten op ondersteuning van energie- en klimaatbeleid;
Overwegende dat de ondertekening van het Burgemeestersconvenant een essentiële voorwaarde kan zijn om beroep te kunnen doen op Vlaamse en Europese fondsen;
Overwegende dat WVI door Europa erkend is als territoriaal coördinator van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie en ondersteuning biedt aan de ondertekenaars van het convenant;
Overwegende de nota van WVI van 9 september 2021 over het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie (Burgemeestersconvenant 2030);
Gelet op de toelichting ter zitting door burgemeester Koenraad Degroote over dit punt, evenals over volgend punt, nl. de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact;
Gelet op de expliciete vraag van raadslid J. Vandemaele om zeker het punt over sensibiliseren/stimuleren van burgers, bedrijven en verenigingen mee te nemen bij de opmaak van het plan;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad beslist om als gemeente het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie (Covenant of Mayors for Climate & Energy) te ondertekenen, en neemt kennis van bijhorende engagementen (zie bijlage 1 ‘Verbintenissendocument’).
Artikel 2: met de ondertekening van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie verbindt de gemeente zich ertoe volgende engagementen na te komen:
Artikel 3: de gemeenteraad geeft de burgemeester machtiging om het toetredingsformulier van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie (zie bijlage 2) te ondertekenen.
Artikel 4: WVI ontvangt een kopie van deze beslissing en het ondertekend toetredingsformulier.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Gelet op het principieel ondertekenen door de gemeente Dentergem van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;
Gelet op het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024: ook de Vlaamse en lokale besturen nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW's, provincies en gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);
Gelet op artikel 2 van het decreet over het lokaal bestuur: de gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied;
Gelet op de brief van minister Bart Somers, toegevoegd als bijlage aan deze beslissing, betreffende de oproep aan de lokale besturen om het Lokaal Energie- en Klimaatpact dat werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 4 juni 2021 mee te ondertekenen en zo werk te maken van concrete klimaatacties;
Overwegende dat het wenselijk is dat de gemeente het Lokaal Energie- en Klimaatpact ondertekent en mogelijke acties uitvoert. Bijgevolg heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid door middel van trekkingsrecht;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad beslist om het Lokaal Energie- en Klimaatpact te ondertekenen.
Artikel 2: een kopie van deze beslissing wordt opgeladen in het digitaal loket voor lokale besturen (subsidiebeheer) van Agentschap Binnenlands Bestuur om zo de ondertekening van lokaal bestuur Dentergem kenbaar te maken aan de Vlaamse Overheid.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2012 en 21 januari 2013 betreffende het toekennen van een geschenk aan personeelsleden naar aanleiding van dienstanciënniteit en pensionering voor het OCMW-personeel;
Overwegende dat in het OCMW de traditie bestond om personeelsleden met een bepaalde dienstanciënniteit of bij pensionering letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes te zetten met een geschenk;
Overwegende dat deze traditie niet bestond voor de personeelsleden van het gemeentebestuur;
Overwegende dat sinds de integratie van OCMW en gemeente op 1 januari 2019 geen geschenken meer werden aangeboden aan personeelsleden van het OCMW wegens pensionering en bij het bereiken van een bepaalde dienstanciënniteit in afwachting va een gemeenschappelijke visie rond dit thema;
Overwegende dat het reglement van het OCMW nooit officieel werd opgeheven en er reeds verschillende vragen zijn ontstaan bij het personeel of dergelijke geschenken nog voorzien worden;
Overwegende dat de maatregel van de raad voor maatschappelijk welzijn een blijk is van waardering naar de personeelsleden toe en kan gekaderd worden binnen een modern HRM-beleid;
Overwegende dat we dergelijke waardering ook willen voorzien voor het gemeentepersoneel;
Overwegende dat het aan te raden is om het reglement inhoudelijk te herzien wanneer de vacante betrekking op de personeelsdienst ingevuld is;
Overwegende dat we echter niet zo lang willen wachten om personeelsleden die met pensioen gaan of een bepaalde dienstanciënniteit bereikt hebben onze blijk van waardering te tonen;
Overwegende dat wordt voorgesteld om het reglement van het OCMW integraal over te nemen voor het gemeentepersoneel en met terugwerkende kracht toe te passen met ingang van 1 januari 2019 (officiële startdatum integratie OCMW-gemeente);
Overwegende dat dit budgettair volgende impact heeft (toekennen geschenken van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2021 aan zowel personeel van de gemeente als het OCMW):
Overwegende dat dit zal meegenomen worden in de volgende aanpassing van het meerjarenplan;
Gelet dat raadslid J. Vandemaele bevestigt dat waardering en erkenning zeer belangrijk zijn;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad verklaart zich akkoord om aan personeelsleden volgende geschenken toe te kennen naar aanleiding van een bepaalde dienstanciënniteit of bij pensionering:
Artikel 2: dit reglement treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2019.
Artikel 3: de financiële impact van deze beslissing zal worden meegenomen in de eerstvolgende aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Gelet op het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het decreet betreffende de gemeentewegen van 3 mei 2019;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening (VCRO);
Gelet op de omgevingsvergunningaanvraag ingediend op 30 maart 2021 door MONOPOLEY (dhr. Luc Taelman) - Vijvestraat 39 te 8720 Dentergem, Bouw Francis Bostoen (dhr. Bart De Backer) - Amelia Earhartlaan 19 bus 301 te 9051 Gent, VOLUS (dhr. Ken Alleweireldt) - Knokkebaan 25 bus 2D te 9910 Aalter, en TOPOMAR (dhr. Tom Martens) - Lepelstraat 77A te 9660 Brakel, voor het verkavelen van de gronden in 54 bouwkavels en 2 kavels voor kmo-units met wegenisaanleg en inkokering van de Speibeek, gelegen Wontergemstraat-Statiestraat, kadastraal gekend als 1ste afdeling, sectie A, nummers 200A, 203A, 570D, 570E, 578A, 578B, 599W en 599A2;
Gelet op de bijgevoegde stukken in het dossier;
BESCHRIJVING
De aanvraag betreft het verkavelen van de gronden in 54 bouwkavels en 2 kavels voor kmo-units met wegenisaanleg en inkokering van de Speibeek.
Stedenbouwkundige handelingen
De voorziene werkzaamheden bestaan uit het aanleggen van wegenis met riolering en het inkokeren van de Speibeek in functie van het bouwrijp maken van de verkaveling.
Het lot 58 en 59 worden ingericht als openbaar domein. Na oplevering der werken worden deze loten kosteloos afgestaan aan de gemeente Dentergem.
Hiertoe wordt nieuwe wegenis aangelegd, die de verbinding maakt tussen de Statiestraat en de Wontergemstraat. Hiervoor wordt een brug aangelegd over de Speibeek. De rijweg wordt geflankeerd door een fietspad uitgerust met een voet- en fietspad aan beide zijden en een voetpad aan de zijde van de woonkavels.
Daarnaast wordt er voorzien in 6 doodlopende zijtakken die de woonkavels ontsluiten zodat elke toekomstige woning of kavel bereikbaar is voor gemotoriseerd verkeer en de toekomstige bewoners en hun bezoekers.
Centraal wordt ook voorzien in de aanleg van 17 publieke parkeerplaatsen, lot voor elektriciteitscabine (lot 57), ondergrondse glascontainers en een groenzone.
Lot 59 omvat de aanleg van een trage weg als verlenging van de Baljuwstraat tot het einde van de verkaveling.
Lot 60 wordt ingericht met een bufferbekken en infiltratiebekken in functie van het project. De aanleg en het onderhoud van dit bekken tot aan de definitieve oplevering van de wegenis en riolering valt ten laste van de verkavelaar. De eigendom van dit lot blijft privatief. Na definitieve oplevering van wegenis en riolering zal de gemeente Dentergem instaan voor het onderhoud van dit lot.
De aanvraag voorziet het bouwrijp maken van de gronden voor 2 kavels (lot 55 en 56) voor het realiseren van KMO-units dit ten noordoosten van de geplande wegenis en 54 kavels (lot 1 t.e.m. 54) voor eengezinswoningen dit ten zuidwesten van de nieuwe wegenis.
Er worden 12 kavels voorzien voor open bebouwing, 40 kavels voor halfopen en 2 kavels voor gesloten bebouwing. Er worden 11 kavels voorbehouden voor het realiseren van het bescheiden woonaanbod. De oppervlakte van de kavels ligt tussen 180 m² en 495 m².
De stedenbouwkundige voorschriften van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Deel RUP 'Dentergem-centrum' (16/05/2018) zijn van toepassing op alle kavels.
Dit resulteert in volgende bouwvoorschriften:
MOTIVERING
Afweging
Artikel 4.3.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat een omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien de aanvraag gelegen is aan een voldoende uitgeruste weg. De site situeert zich aan uitgeruste wegenis en omvat ook nieuwe openbare wegenis die mee wordt aangevraagd binnen het huidige dossier voor een omgevingsvergunning en ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Het artikel 31 van het decreet omgevingsvergunning voorziet dat als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad hierover moet beslissen.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Het aanvraagdossier toont de situering, afmetingen en inrichting van onverharde, groene en verharde oppervlaktes van en voor de wegenis. Het omvat ook een bestek en een opmeting (met kostenraming) voor de uitwerking en materialisatie van het openbaar domein.
Juridische grond
Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11-14 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden. Het openbaar onderzoek werd gehouden van 6 juni 2021 t.e.m. 5 juli 2021. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend.
Samenvatting bezwaar:
Er zijn weinig tot geen voorzieningen voor kwetsbare weggebruikers die ten noordoosten (vb Groeneweg, Wontergemstraat, Peerdebruggestraat, Herpelplas, Puymoortelstraat) wonen van de nieuwe ontsluitingsweg. Deze zone wordt als het ware afgesneden van het dorp door deze nieuwe weg en het zal een drukke weg zijn om te kruisen. Er wordt gevraagd om bijkomend te voorzien in een oversteekplaats (fiets- en voetgangerstunnel of brug) voor trage weggebruikers. De Statiestraat ter hoogte van het 'Lammersbrugske' lijkt hiervoor een goede oplossing, aangezien hier al een bestaand wandelpad is met een verbinding naar de Groeneweg. Er kan dan ook aangesloten worden op de nieuw te realiseren wandel- en fietspaden.
Beoordeling bezwaar:
Het bezwaarschrift heeft betrekking op de wegenis.
Er wordt gevraagd te voorzien in een oversteekplaats voor voetgangers en fietsers t.h.v. de Wontergemstraat.
Het voorzien van een brug of tunnel is op deze plaats technisch niet haalbaar noch verantwoord. Een bijkomend zebrapad en/of fietsoversteekplaats t.h.v. de kruising Statiestraat/Speibeek is ook geen optie omdat op die manier een conflictsituatie ontstaat met de kleine zijarm van de Statiestraat dat voorrang dient te verlenen aan de verbindingsweg. Indien er een zebrapad/fietsoversteek komt, krijgen de zwakke weggebruikers voorrang t.o.v. de verbindingsweg wat contradictorisch is t.o.v. de voorziene voorrangsregels.
Adviezen
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan Brandweerzone Midwest –hulpverleningszone 2 (Roeselare). Er werd op 15/07/2021 een voorwaardelijk gunstig advies ontvangen.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan Vlaamse Milieumaatschappij. Er werd op 21/06/2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Op 26/05/2021 werd advies gevraagd aan Fluvius System Operator. Er werd op 15/07/2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Op 26/05/2021 werd advies gevraagd aan Proximus. Er werd geen advies uitgebracht binnen de vastgestelde termijn. Volgens artikel 43 van het Omgevingsvergunningsdecreet wordt het advies geacht gunstig te zijn.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan de Veiligheidscommissie ASTRID. Er werd op 1/06/2021 een gunstig advies verleend.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan Telenet. Er werd op 10/06/2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan de Technische Dienst van de gemeente Dentergem. Er werd op 15/06/2021 een gunstig advies verleend.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan De Watergroep. Er werd op 22/06/2021 een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan de Dienst Waterlopen van de provincie West-Vlaanderen. Er werd op 09/07/2021 een ongunstig advies verleend. Er werd een wijzigingsverzoek ingediend op 4 oktober 2021 waarna op 5 oktober 2021 een herziening van advies werd gevraagd. Op 14 oktober 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Er werd op 26/05/2021 advies gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer. Er werd op 24/06/2021 een ongunstig advies verleend. Er werd een wijzigingsverzoek ingediend op 4 oktober 2021 waarna op 5 oktober 2021 een herziening van advies werd gevraagd. Op 19 oktober 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Gelet op de toelichting door schepen Ivès Lambrecht;
Gelet dat raadslid J. Vandemaele 2 bedenkingen formuleert :
1) ingevolge de voorrangsregeling die voorzien wordt, zal de lokale weg voorrang krijgen op een gewestweg, dus moet in eerste instantie het RUP aangepast worden
2) ingevolge de inrichting van de kruispunten van de lokale weg met de gewestweg ontstaan gevaarlijke situaties :
* Kruispunt N459 Statiestraat/lokale weg : ter hoogte van dit kruispunt is een dubbele oprit naar een voederbedrijf met een strook gras voor oprit 2, waardoor de vrachtwagens dit bedrijf niet veilig kunnen op- en afrijden, waarop schepen I. Lambrecht antwoordt dat het kruispunt meermaals met AWV werd bekeken en uitgemeten, waarbij de conclusie is dat er geen probleem zou mogen zijn; Gelet dat schepen I. Lambrecht ontkennend antwoordt op de vraag van raadslid J. Vandemaele of er geluisterd werd naar de bedrijfsleider van dit bedrijf
* Kruispunt N459 Wontergemstraat/lokale weg : raadslid S. Bonné neemt het woord en stelt dat de nieuwe weg voorrang krijgt, waarbij de maximale snelheid 50 km/u zal bedragen die z.i. veel te hoog is voor de smalle Gottemstraat/Wontergemstraat; tevens stelt hij vragen omtrent de zichtbaarheid om op te draaien vanuit Wontergemstraat (draaicirkels voor lijnbussen en vrachtwagens haalbaar ?) waarbij zich afvraagt of lichten daar een oplossing zou zijn waarop schepen I. Lambrecht antwoordt dat er wel degelijk maatregelen voorzien zijn voor een betere zichtbaarheid, o.a. een uitbreiding van het voetpad; Schepen I. Lambrecht antwoordt vervolgens negatief op de suggestie van raadslid J. Vandemaele omtrent een rotonde, evenals op haar vraag of er een verslag is van de samenkomst met AWV; Schepen I. Lambrecht besluit dat er ook nieuwe metingen gebeurden door AWV waaruit naar voor is gekomen dat er mee vrachtverkeer van Aarsele naar Olsene beweeg dan oorspronkelijk gedacht;
Gelet dat raadslid J. Vandemaele stelt dat AWV een voorwaardelijk gunstig advies verleend en dat in de PCV ook de opmerkingen aan bod zullen komen die door haar partij gemaakt worden en dat de inrichting van de kruispunten opnieuw besproken zal worden waarna zij vraagt dit agendapunt te verdagen tot na het doorgaan van de PCV, hetgeen door burgemeester K. Degroote niet aanvaard wordt aangezien voorliggend punt vereist is om een verdere behandeling van het verkavelingsdossier mogelijk te maken; Hij voegt hieraan toe dat er kan gewerkt worden met een gemotiveerde afwijking van het RUP en hij meent dat de fractie van FOCUS deze weg gewoon niet wil;
Gelet dat raadslid J. Vandemaele stelt dat zij zich ervan bewust is dat deze weg er zal komen maar dat zij zich thans focust op veilige kruispunten, zeker van de zwakke weggebruiker, hetgeen door schepen I. Lambrecht ook beaamd wordt en waaraan schepen B. De Keukeleire toevoegt dat dit net de bedoeling is, o.m. door veilige fietspaden die aansluiten op paden in de groenzone van de kerk naar de school;
Gelet dat raadslid S. Bonné opmerkt dat deze discussie niet gaat over het principe van de komst van de weg maar over de inrichting van de kruispunten;
Gelet dat schepen I. Lambrecht bevestigend antwoordt op de vraag van raadslid S. Bonné of de leveranciers van het WZC via de nieuwe weg en een aantakking op de parking het WZC zullen kunnen bedienen;
Gelet dat raadslid S. Bonné betwijfelt of er veel vrachtverkeer over de nieuwe weg zal rijden en vraagt of er na de ingebruikname ook metingen zullen gebeuren waarop schepen I. Lambrecht positief antwoordt;
Gelet dat raadslid Ph. Vanhaesebrouck informeert naar het aantal KMO-units aangezien er sprake is van slechts 2 kavels waarop schepen I. Lambrecht antwoordt dat de kavels nog opgedeeld worden in meerdere units;
Gelet dat raadslid J. Vandemaele expliciet uitstel vraagt van dit agendapunt, waaraan zij toevoegt na weigering van uitstel, dat haar fractie dit punt niet kan goedkeuren omdat zij van oordeel zijn dat de inrichting van de 2 kruispunten niet veilig is;
BESLIST
Artikel 1: de gemeenteraad besluit de zaak van de wegenis, met inbegrip van de vaststelling van het rooilijn- en innemingsplan, in deze aanvraag voor een omgevingsvergunning gelegen Wontergemstraat-Statiestraat, kadastraal gekend als 1ste afdeling, sectie A, nummers 200A, 203A, 570D, 570E, 578A, 578B, 599W en 599A2, goed te keuren in toepassing van artikel 31 van het omgevingsdecreet en artikel 47 van het besluit tot uitvoering van het decreet van de omgevingsvergunning.
Artikel 2: onderstaande voorwaarden dienen nageleefd te worden door de bouwheer:
Artikel 3: aan de ontwikkelaar worden de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 4: de gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om deze beslissing verder uit te voeren.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de nota en het reglement van de Provinciale Huurgarantieverzekering, toegevoegd als bijlage bij deze beslissing;
Gelet op het voorstel van samenwerkingsovereenkomst, toegevoegd als bijlage bij deze beslissing;
Overwegende dat de Provincie West-Vlaanderen graag meer kansen wil bieden aan eenoudergezinnen op de West-Vlaamse private huurmarkt. Enerzijds door drempels weg te nemen bij de verhuurders om aan deze doelgroep te verhuren door hen ‘zekerheid’ te bieden qua huur en eventuele schade en anderzijds wil men eenoudergezinnen meer kansen geven op een kwalitatieve, betaalbare huurwoning en dit voor een langere periode;
Overwegende dat men met het instrument ‘de Provinciale Huurgarantieverzekering’ de verhuurders enigszins ontzorgt door hen te verzekeren tegen huurachterstal, huurschade en verhuurders tevens kunnen genieten van rechtsbijstand. Dit zijn de elementen die (minstens) verzekerd zijn/voorzien zijn in de polis;
Overwegende dat om toegang te krijgen tot deze huurgarantieverzekering men bereid moet zijn te willen verhuren aan een specifieke doelgroep, met name eenoudergezinnen die aan bepaalde voorwaarden voldoen:
Overwegende dat volgende voorwaarden aan de verhuurder worden opgelegd:
Overwegende dat men dit wil doen in samenwerking met alle lokale besturen in het kader van het lokale woonbeleid (gericht op de private huurmarkt). De lokale besturen krijgen vanwege de Provincie, met deze verzekering, een extra instrument aangereikt om hun beleid kracht bij te zetten;
Overwegende dat men het woonloket van IGS Wonen Regio Tielt als toeleider in dit verhaal ziet gezien de burgers hier een neutraal en laagdrempelig aanspreekpunt hebben en hier reeds voldoende expertise aanwezig is;
Overwegende dat er een vergoeding voorzien is voor IGS Wonen Regio Tielt ten bedrage van 200€ per afgewerkt dossier;
Overwegende dat de samenwerking met de lokale besturen wordt geregeld in een samenwerkingsovereenkomst die uitvoering geeft aan het reglement betreffende het aanbieden van een Provinciale Huurgarantieverzekering;
toelichting door voorzitter GR Tonny Berteloot;
BESLIST
Artikel 1: de samenwerkingsovereenkomst, tussen enerzijds de Provincie West-Vlaanderen en anderzijds de gemeente Dentergem wordt goedgekeurd.
Artikel 2: IGS Wonen Regio Tielt wordt aangesteld als centraal info- en inschrijvingsloket voor de provinciale huurgarantieverzekering. De vergoeding per afgewerkt dossier komt op rekening van IGS Wonen Regio Tielt.
Artikel 3: het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de ondertekening en uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst tussen enerzijds de provincie West-Vlaanderen en anderzijds het lokale bestuur.
Raadslid J. Vandemaele formuleert 3 vragen
1. In de Statiestraat naar Aarsele is een asverschuiving aangebracht met 2 fietssuggestiestroken die plots stoppen, waardoor een gevaarlijke situatie ontstaat voor fietsers, zeker voor kinderen die van en naar school fietsen.
Schepen I. Lambrecht antwoordt dat door de aanleg van de asverschuiving meermaals bestudeerd werd met AWV en dat de snelheid van het verkeer wel veel verminderd is, hetgeen wel positief is. Hij voegt hieraan toe dat de gemeente bovendien zelf ook nog beplanting zal aanbrengen in de bakken t.h.v. de asverschuiving.
2. Is er een tussenkomst van de gemeente mogelijk n.a.v. de stijging van de energieprijzen die voor éénoudergezinnen en alleenstaanden zwaar aankomen ?
De Voorzitter van het BCSD, B. De Keukeleire verwijst naar het agendapunt op de OCMW-raad houdende de goedkeuring van de huurtoelage die ook voor energie kan gebruikt worden. Raadslid J. Vandemaele antwoordt dat er ook éénoudergezinnen en alleenstaanden zijn die het moeilijk hebben met deze stijgende energieprijzen maar die geen sociale woning betrekken, waarop burgemeester K. Degroote opmerkt dat alle heffingen die recent uit de energieprijzen gehaald werden door de overheid, door FLUVIUS nu doorgerekend worden naar de gemeenten, hetgeen voor Dentergem ongeveer 11.000 euro bedraagt.
3. s.v.z. corona : burgemeester K. Degroote licht de actuele situatie toe en belooft de problematiek van jongeren die recent 12 jaar worden en die n.a.v. de herlocatie van het vaccinatiecentrum nog geen vaccin kregen en dus niet over het vereiste covid safe ticket beschikken aan te kaarten bij de gouverneur bij het overleg van de volgende dag.
Gedaan in voormelde zitting
NAMENS DE GEMEENTERAAD
Namens Gemeenteraad,
Sofie De Clerck
Algemeen directeur
Tonny Berteloot
Voorzitter gemeenteraad