DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het verslag van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 september 2021;
BESLIST
Enig artikel: het verslag van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 september 2021 wordt goedgekeurd.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 77 en 177;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het financieel rapport van het eerste, tweede en derde kwartaal 2021, zoals opgemaakt door de financieel directeur op 8 oktober 2021 en toegevoegd als bijlage bij deze beslissing;
Overwegende dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid minstens eenmaal per jaar rapporteert aan de raad voor maatschappelijk welzijn over de aangelegenheden vermeld in artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur;
Overwegende dat het voorliggend rapport minstens een overzicht omvat van de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole alsook de evolutie van de budgetten;
Gelet op de toelichting ter zitting door burgemeester Koenraad Degroote;
BESLIST
Artikel 1: de raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het financieel rapport van het eerste, tweede en derde kwartaal 2021 bevattende een financiële rapportering met betrekking tot de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van de budgetten, de visumverplichting, het debiteurenbeheer en de financiële risico's van het OCMW, zoals opgemaakt door de financieel directeur op 8 oktober 2021.
Artikel 2: deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en alle latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en alle latere wijzigingen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en alle latere wijzigingen;
Gelet op het gunstig advies van het managementteam van 24 september 2021;
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing (2021) van de beleidsperiode 2020-2025 voor gemeente en OCMW samen ter vaststelling worden voorgelegd;
Overwegende dat deze voornamelijk betrekking heeft op de aanpassing van de kredieten van 2021 zowel in exploitatie als in investeringen; dat, waar nu al geweten is dat er in 2022 aanpassingen in het exploitatiebudget nodig zijn, deze nu reeds werden ingevoerd maar deze echter minimaal zijn;
Overwegende dat de investeringskredieten voor alle komende jaren van de beleidsperiode werden bekeken en de noodzakelijke wijzigingen in ramingen en planningen werden doorgevoerd; dat dit betekent dat er veel doorschuivingen van investeringskredieten van 2021 naar 2022 zijn;
Overwegende dat er in het OCMW echter geen wijzigingen in de investeringsuitgaven zijn; dat er in de investeringsontvangsten een negatieve ontvangst (-8.950 euro) wordt ingeschreven voor de aanwending van de LOI-reserve voor het verwachte verlies in 2021 in het LOI;
Overwegende dat er naar het einde van het jaar een derde meerjarenplanaanpassing komt waarin de exploitatiekredieten voor het volgend jaar (2022) definitief zullen worden vastgesteld;
Overwegende dat, als blijkt dat er ook nog aanpassingen in de investeringskredieten nodig zouden zijn, deze ook dan nog doorgevoerd zullen worden;
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing voor gemeente en OCMW samen t.e.m. het laatste jaar van de beleidsperiode (2025) financieel in evenwicht is:
Overwegende dat de tweede meerjarenplanaanpassing voor het OCMW alleen t.e.m. het laatste jaar van de beleidsperiode (2025) financieel niet in evenwicht is:
Overwegende dat dit geen beletsel vormt voor de vaststelling ervan omdat de gemeente het verlies van het OCMW dient te dekken;
Overwegende dat in het aangepast meerjarenplan een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW, omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan; dat dit tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen;
Overwegende dat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben maar wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan hebben;
Overwegende dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst het eigen deel van het aangepast meerjarenplan moet vaststellen en dat de gemeenteraad daarna het deel van het aangepast meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, kan goedkeuren, waardoor het aangepast meerjarenplan definitief is vastgesteld;
Overwegende dat de goedkeuring van de gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;
Overwegende dat die besluitvorming het best als volgt kan verlopen:
Overwegende dat het ontwerp van aangepast meerjarenplan volgende documenten bevat:
- Wijzigingen van de strategische nota
- Aangepaste financiële nota
- Aangepaste toelichting
- Motivering van de wijzigingen
- Aanvullende documentatie
Gelet op de toelichting ter zitting door de burgemeester Koenraad Degroote;
Gelet op de bijkomende toelichting ter zitting door de voorzitter van het BCSD Bart De Keukeleire;
Gelet dat de concrete verschilpunten zullen opgelijst worden en naderhand zullen bezorgd worden;
BESLIST
Artikel 1: de tweede meerjarenplanaanpassing (2021) van de beleidsperiode 2020-2025, deel OCMW, boekjaar 2021 en 2022, telkens bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1) en de staat van het financieel evenwicht (M2) wordt vastgesteld.
Artikel 2: het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -756.529 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -1.717.512 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: -2.474.041 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het OCMW in 2025 bedraagt: -2.474.041 euro
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: -756.529 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt in 2025: -740.212 euro
Artikel 3: de kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2021 en 2022 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet |
Totaal bedrag voor 2021 |
Totaal bedrag voor 2022 |
Totaal exploitatie-uitgaven |
2.063.567 euro |
2.089.620 euro |
Totaal exploitatie-ontvangsten |
1.474.240 euro |
1.438.701 euro |
Totaal investeringsuitgaven |
0 euro |
0 euro |
Totaal investeringsontvangsten |
-8.950 euro |
0 euro |
Totaal financieringsuitgaven |
16.317 euro |
16.317 euro |
Totaal financieringsontvangsten |
0 euro |
0 euro |
Artikel 4: het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: 697.892 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 498.133 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 1.196.025 euro.
Er zijn geconsolideerd onbeschikbare gelden in 2020 en 2021, nl. 1.372.002 euro.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 1.196.025 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 874.968 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 920.739 euro.
Artikel 5: deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur en zal aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 20217 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het reglement voor het verstrekken van een tussenkomst in de kosten voor huisvuilophaling vastgesteld door de OCMW - raad in zitting van 26 februari 2020; dat dit reglement uitwerking had met ingang van 1 april 2020;
Gelet op het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval goedgekeurd door de Vlaamse regering op 16 september 2016, in het bijzonder 3.5.2;
Overwegende dat er volgens de gouverneur van West-Vlaanderen geen gratis huisvuilzakken meer mogen ter beschikking gesteld worden door het OCMW aan de kinderopvangdiensten omdat afval dat geproduceerd wordt door een kinderopvang behoort tot de categorie 'bedrijfsafval'; dat volgens het Uitvoeringsplan voor bedrijfsafval de werkelijke kost moet aangerekend worden aan het bedrijf, zijnde de kinderopvang;
Overwegende dat het reglement moet aangepast worden met ingang van 1 januari 2022;
BESLIST
Enig artikel: het reglement voor het verstrekken van een tussenkomst in de kosten voor huisvuilophaling wordt aangepast zoals bijgevoegd. Dit reglement heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 20217 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 17 juni 2002 waarbij de toelage ter ondersteuning van de kinderopvangdiensten in Dentergem werd goedgekeurd; dat er een toelage werd toegekend van 500 BF of € 12,50 per toegewezen opvangplaats;
Overwegende dat dit bedrag sedertdien niet meer werd aangepast;
Overwegende dat er met ingang van 1 januari 2022 geen gratis huisvuilzakken meer mogen toegekend worden;
Gelet op het voorstel om de toelage ter ondersteuning van de kinderopvangdiensten te verhogen tot € 25,00 per toegewezen opvangplaats;
BESLIST
Enig artikel: het reglement betreffende de toelage ter ondersteuning van de kinderopvangdiensten wordt aangepast zoals bijgevoegd. Dit reglement heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeenten en OCMW's en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 4 november 2020 betreffende de goedkeuring van de aanvraag van het trekkingsrecht subsidie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen;
Overwegende dat het bedrag voor de gemeenten of de OCMW's verdeeld wordt als volgt: één derde op basis van het aantal inwoners van de gemeente en twee derde evenredig op basis van diverse sociale maatstaven zoals het aantal personen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, aantal sociale huurappartementen, het gemiddeld aantal personen dat recht heeft op een leefloon over drie jaar, ...;
Overwegende dat het maximale trekkingsrecht voor Dentergem een bedrag van € 12.249,19 betreft; dat er tot op heden € 5.130 is aangewend;
Overwegende dat de subsidie betrekking heeft op een periode van 01/06/2020 tot en met 31/12/2022;
Overwegende dat de subsidie dient ter financiële ondersteuning van een bestaand of nieuw lokaal waardebonnensysteem om kwetsbare doelgroepen die verkeren in financiële armoede of die ten gevolge van COVID-19 in financiële armoede dreigen terecht te komen, tijdelijk een extra consumptiebudget aan te bieden in lokale handelszaken of organisaties;
Overwegende dat Dentergem het systeem van de Dentergembon kan hanteren als bestaand lokaal waardebonnensysteem gezien dit geen enkele stigmatisering met zich meedraagt;
Overwegende dat de indirecte kosten en overheadkosten verbonden aan de uitgifte van de bonnen niet in aanmerking komen;
Overwegende dat de Vlaamse gemeenten en OCMW's de afbakening van kwetsbare doelgroepen en van de lokale handelszaken definiëren op basis van de plaatselijke noden;
Overwegende dat Dentergem de volgende doelgroepen als 'kwetsbaar' afbakent:
Overwegende dat Dentergem de lokale handelszaken afbakent op basis van de deelnemende handelaars aan de Dentergembon;
Overwegende dat de waarde van de bonnen, de geldigheidsduur, de wijze van toekenning, het gebruik en de validering van de bonnen autonoom wordt bepaald door de Vlaamse gemeenten of OCMW's;
Overwegende dat er op dit moment 96 personen of gezinnen in aanmerking komen voor een bijkomende toekenning;
Overwegende dat de financiële verantwoording bestaat uit een overzicht van het aantal toegekende waardebonnen per kwetsbare groep en dat deze financiële en functionele verantwoording wordt ingediend via de digitale rapportering over de reguliere jaarrekeningen van 2021 en 2022;
Gelet op de toelichting door de voorzitter van de OCMW-raad;
BESLIST
Artikel 1: de raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanvraag van het trekkingsrecht subsidie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen goed.
Artikel 2: de raad voor maatschappelijk welzijn keurt de geschetste afbakening inzake kwetsbare doelgroepen en lokale handelszaken goed.
Artikel 3: de raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord om de waarde van de bijkomende Dentergembon te bepalen op € 40,00 en dat er maximum één bon kan toegekend worden per gezin.
Artikel 4: deze beslissing wordt bekendgemaakt in toepassing van de artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het KB van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie 'Covid-19' voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij KB van 3 juli 2020;
Overwegende dat er een toelage werd toegekend aan Dentergem van € 21.253;
Overwegende dat dit budget kan aangewend worden voor hulp voor huisvesting met uitzondering van huurwaarborg;
Gelet op het voorstel van de voorzitter van het BCSD om aan alle sociale huurders een éénmalige huurtoelage toe te kennen van € 40,00;
Overwegende dat er in onze gemeente ongeveer 200 sociale woningen of appartementen zijn (Helpt Elkander Waregem, Mijn Huis Harelbeke, RSVK Tielt en OCMW Dentergem);
Gelet op de toelichting door de voorzitter van het BCSD B. De Keukeleire;
BESLIST
Enig artikel: er wordt in 2021 aan alle sociale huurders in de gemeente Dentergem een éénmalige huurtoelage toegekend van € 40,00 per woning. Dit zijn de sociale huurders van de woningen die beheerd worden door Helpt Elkander Waregem, Mijn Huis Harelbeke, RSVK Tielt en OCMW Dentergem.
Gedaan in voormelde zitting
NAMENS DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN
Namens Raad voor Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn,
Sofie De Clerck
Algemeen directeur
Tonny Berteloot
Voorzitter OCMW-Raad